Begrippen

A
  • ALM-studie

    Afkorting voor Asset Liability Management. Dit is een studie die inzicht geeft in de toekomstige ontwikkelingen van een pensioenfonds.

  • ANW (Algemene nabestaandenwet)

    Uitkering die uw partner mogelijk krijgt van de overheid als u komt te overlijden.

  • ANW-hiaat

    Een aanvulling op de Algemene Nabestaandenwet (ANW). 

  • AOW (Algemene Ouderdomswet)

    Afkorting voor Algemene Ouderdomswet. Op grond van deze wet ontvangt u vanaf een bepaalde leeftijd een ouderdomspensioen van de overheid.

  • Attestatie de vita

    Dit is een document waaruit blijkt dat u nog in leven bent.

B
  • Beleidsdekkingsgraad

    De gemiddelde dekkingsgraad over de laatste 12 maanden.

  • Bijzonder partnerpensioen

    Pensioen voor uw ex-partner als u komt te overlijden.

  • BSN

    Afkorting voor Burger Service Nummer. Het BSN is een uniek persoonsnummer van de overheid.

C
  • cao

    Afkorting voor Collectieve Arbeidsovereenkomst. Een overeenkomst tussen werkgever(s) en werknemers over arbeidsvoorwaarden (salaris, pensioen).

  • Code pensioenfondsen

    Een code van de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid met normen voor goed pensioenfondsbestuur.

  • Conversie

    Bij conversie komt het pensioen voor uw ex-partner helemaal los te staan van uw eigen pensioen. U krijgt dit recht niet meer terug, ook niet nadat uw ex-partner overleden is.

D
  • Deelnemer

    Een deelnemer is een werknemer die deelneemt aan een pensioenregeling. Wij regelen de pensioenen voor de medewerkers van Forbo Flooring, Forbo-Novilon en Forbo Eurocol Nederland.

  • Defined Benefit

    Pensioenopbouw waarbij de hoogte van uw pensioen gebaseerd wordt op de hoogte van uw salaris.

  • Defined Contribution

    Pensioenopbouw waarbij niet de uitkomst, maar de inleg voor uw pensioen vaststaat.

  • Dekkingsgraad

    Graadmeter voor de financiële positie van het pensioenfonds. Een dekkingsgraad van 105 procent betekent dat tegenover iedere euro die aan pensioen uitgekeerd moet worden, € 1,05 in kas zit.

E
  • Eindloonregeling

    Pensioenregeling waarbij de hoogte van het pensioen gebaseerd is op het salaris dat de werknemer heeft op het moment dat hij met pensioen gaat.

F
  • Factor A

    Een formele naam voor de toename van uw pensioen in een kalenderjaar.

  • Franchise

    Het bedrag dat van uw salaris wordt afgetrokken bij de berekening van uw pensioen, omdat u later ook AOW ontvangt.

  • FTK

    Afkorting voor Financieel Toetsingskader. Regels over hoe pensioenfondsen de financiën van het pensioen mogen organiseren. Het betreft de financiële positie en het financiële beleid van het fonds.

G
  • Gepensioneerde

    Een pensioengerechtigde die een ouderdomspensioen ontvangt.

  • Geregistreerd partnerschap

    Een wettelijk erkende vorm van samenleving tussen twee partners. In Nederland staat een geregistreerd partnerschap gelijk aan een huwelijk.

  • Gewezen deelnemer

    Oud-werknemer die geen pensioen meer opbouwt in de pensioenregeling en die zijn opgebouwde pensioen bij vertrek heeft laten staan bij het fonds.

  • Gewezen Partner

    De ex-partner van de deelnemer.

I
  • Indexatie

    Het jaarlijks verhogen van de (opgebouwde) pensioenen.

  • Inflatie

    Waardevermindering van geld waardoor de koopkracht vermindert.

  • IVA

    Afkorting voor Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten. Uitkering van de overheid voor mensen die arbeidsongeschikt zijn.

J
  • Jaarloon

    Voor werknemers van Forbo Flooring en Forbo-Novilon wordt het jaarloon vastgesteld door vermenigvuldiging van het vaste maandsalaris (zonder gratificaties en eventuele andere emolumenten) met de factor 13,5. Voor deelnemers werkzaam bij de aangesloten werkgever Forbo Eurocol Nederland geldt de factor 14,04.

  • Jaarruimte

    Aan de hand van uw factor A op uw UPO kunt u de jaarruimte berekenen voor uw belastingaftrek, als u zelf bijspaart voor extra pensioen.

L
  • Levensloop

    Het is mogelijk om deel te nemen aan de levensloopregeling van Forbo. Het opgebouwde levenslooptegoed kunt u inzetten om eerder te stoppen met werken of voor speciaal verlof tijdens uw loopbaan.

  • Lijfrente

    Een manier om zelf extra pensioen bij te sparen bij een verzekeraar.

M
  • Middelloonregeling

    Bij dit type pensioenregeling wordt uw pensioen op basis van uw jaarlijkse salaris berekend. U bouwt elk jaar een stukje pensioen op. Alle jaarlijks opgebouwde delen vormen samen uw pensioen.

N
  • Nabestaandenpensioen

    Partnerpensioen en/of wezenpensioen.

  • NAW-gegevens

    Naam, Adres, Woonplaats.

O
  • Opbouwpercentage

    Het percentage dat u elk jaar aan pensioen opbouwt.

  • Oud-deelnemer

    Oud-werknemer die geen pensioen meer opbouwt in de pensioenregeling en die zijn opgebouwde pensioen bij vertrek heeft laten staan bij het fonds.

  • Ouderdomspensioen

    Pensioenuitkering voor u van het pensioenfonds als u met pensioen gaat.

P
  • Partnerpensioen

    Uitkering voor de partner bij overlijden van de deelnemer.

  • Pensioenaanspraak

    Een recht op een pensioen dat nog niet is ingegaan.

  • Pensioendatum

    De datum waarop het ouderdomspensioen ingaat.

  • Pensioenfederatie

    Koepelorganisatie die de belangen behartigt van Nederlandse pensioenfondsen.

  • Pensioengerechtigde

    Persoon die een pensioenuitkering ontvangt van het pensioenfonds.

  • Pensioengrondslag

    Uw jaarsalaris min de franchise. Over dit deel bouwt u pensioen op.

  • Pensioenpremie

    Het bedrag dat u en/of uw werkgever betalen voor de opbouw van uw pensioen.

  • Pensioenreglement

    De regeling waarin staat hoe uw pensioen precies is geregeld.

  • Pensioenuitvoerder

    Een pensioenfonds of verzekeraar die een pensioenregeling uitvoert. De pensioenregeling is een afspraak tussen werkgevers en werknemers.

  • Pensioenverevening

    De verdeling van het ouderdomspensioen bij een scheiding. De ex-partner heeft recht op de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. De ex-partner krijgt het pensioen pas nadat de ander met pensioen gaat. Als de scheiding binnen twee jaar wordt aangemeld bij de pensioenuitvoerder, ontvangt de ex-partner de betalingen direct van de uitvoerder. Anders moet de ex-partner het aandeel zelf opeisen bij de deelnemer.

  • Ploegentoeslagpensioen

    Medewerkers die in de ploegendienst werken, bouwen naast het ouderdomspensioen, ook pensioen op over de ploegentoeslag. Ploegentoeslagpensioen wordt ieder jaar opgebouwd. Het wordt vastgesteld op basis van een jaarlijks door de directie van de werkgever op te geven ploegentoeslagpercentage dat wordt vermenigvuldigd met de ploegendienst grondslag. De ploegendienstgrondslag is het jaarloon verminderd met de franchise.

  • Premievrij pensioen

    Een pensioen dat een deelnemer opbouwt, zonder dat hij er premie voor hoeft te betalen.

  • Premievrije aanspraken

    Het pensioen dat een oud-werknemer bij vertrek heeft laten staan.

  • Premievrije pensioenaanspraken

    Indien het deelnemerschap aan een pensioenregeling eindigt, anders dan door overlijden of het bereiken van de pensioenleeftijd verkrijgt de oud deelnemer een premievrije aanspraak (dus zonder dat daarvoor nog premie hoeft te worden betaald) op ouderdomspensioen, partner- en/of wezenpensioen.

  • Prepensioen

    Werknemers van Forbo Flooring en Forbo-Novilon die zijn geboren tussen 1 januari 1946 en 1 januari 1950 én die vóór 1 januari 2006 al deelnamen aan de pensioenregeling, hebben prepensioen opgebouwd. Prepensioen is bedoeld om al op 62-jarige leeftijd te kunnen stoppen met werken. De prepensioenuitkering start reglementair in de maand dat u 62 jaar wordt en eindigt zodra u 65 jaar wordt.

T
  • Toeslag

    Het percentage waarmee de pensioenen jaarlijks verhoogd kunnen worden om de pensioenen te laten meegroeien met de prijsstijgingen.

  • Toeslagverlening

    Het jaarlijks verhogen van de (opgebouwde) pensioenen om ze te laten meegroeien met de prijsstijgingen.

U
  • Uitruil

    De mogelijkheid om een partnerpensioen (deels) om te zetten in (extra) ouderdomspensioen en omgekeerd.

  • Uitruilmogelijkheid

    Het inwisselen van de ene pensioensoort voor de andere. Bijvoorbeeld het inleveren van partnerpensioen voor extra ouderdomspensioen. Bij ons kan deze keuze voorafgaand aan pensionering worden gemaakt.

  • Uitvoeringsovereenkomst

    Een overeenkomst tussen een werkgever en een pensioenfonds over de uitvoering van een of meer pensioenregelingen.

  • UPO

    UPO is de afkorting voor Uniform Pensioenoverzicht: een persoonlijk pensioenoverzicht dat deelnemers ontvangen van hun pensioenfonds.

V
  • Vervroeging van het ouderdomspensioen

    Regeling bij Forbo die werknemers die zijn geboren op of na 1 januari 1950 de mogelijkheid biedt om vóór 65-jarige leeftijd met pensioen te gaan. Het pensioen gaat dan niet in op 65 jaar, maar bijvoorbeeld op 63 jaar.

W
  • Waardeoverdracht

    Het pensioen meenemen dat je bij je vorige werkgever hebt opgebouwd naar je nieuwe pensioenuitvoerder.

  • WAO

    Afkorting voor Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Een uitkering van de overheid voor mensen die arbeidsongeschikt zijn.

  • Werkgeversbijdrage

    De premie die de werkgever betaalt voor de opbouw van het pensioen van een werknemer.

  • Werknemersbijdrage

    De premie die de werknemer van zijn brutosalaris betaalt voor de opbouw van zijn pensioen.

  • Wezenpensioen

    Een uitkering voor een kind van een overleden werknemer.

  • WIA

    Afkorting voor Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Een uitkering van de overheid voor mensen die arbeidsongeschikt zijn.